Diagnose van Hartfalen

Voor de diagnose van hartfalen, zal de arts zorgvuldig een voorgeschiedenis noteren en een fysiek onderzoek uitvoeren. De arts zal eveneens de aanwezigheid van risicofactoren controleren, zoals hoge bloeddruk. Via een stethoscoop beluistert de arts de longen voor tekenen van verstopping. De stethoscoop registreert eveneens abnormale hartgeluiden die hartfalen kunnen suggereren. De arts kan de venen in de nek onderzoeken en controleren op vochtophoping in het abdomen en de benen. Na het fysieke onderzoek kan de arts eveneens één van de volgende tests doen:

  • Bloedtesten
    De arts kan een bloedstaal afnemen om de nier- en schildklierfunctie te controleren en andere indicatoren van andere ziektes nagaan die het hart kunnen aantasten. Een bloedtest voor de controle op het scheikundig product ‘brain natriuretic peptide’ (BNP) kan helpen de druk in het hart te controleren en helpen bij de diagnose van hartfalen.
  • Radiografie van de borstkas
    RX beelden helpen de arts om de conditie van de longen en het hart te zien. Bij hartfalen lijkt het hart groter en vochtophoping kan zichtbaar zijn in de longen. De arts kan de RX ook gebruiken voor de diagnose van andere condities dan hartfalen, die de tekenen en symptomen zouden kunnen verklaren.
  • Electrocardiogram (ECG)
    Deze test registreert de electrische activiteit van het hart via electrodes aanghecht aan de huid. Impulsen worden geregistreerd als golven en getoond op een monitor of geprint op papier. Deze test helpt de arts bij de diagnose van hartritmeproblemen  en beschadiging aan het hart van een hartaanval die aan hartfalen kan ten grondslag liggen.
  • Echocardiogram
    Een belangrijke test voor de diagnose en de monitoring van hartfalen is het echocardiogram. Een echocardiogram helpt eveneens systolisch hartfalen te onderscheiden van diastolisch hartfalen, waarbij het hart stijf is en niet volledig kan gevuld worden. Een echocardiogram gebruikt geluidsgolven om een videobeeld van het hart te produceren. Dit beeld kan de arts helpen bepalen hoe goed het het hart pompt, door het percentage bloed te meten dat uit de belangrijkste pompkamer (de linker ventrikel) gepompt wordt bij elke hartslag. Deze meting noemt men de ejectiefractie. Het echocardiogram kan eveneens klepproblemen onderscheiden of de evidentie van vorige hartaanvallen, evenals enkele ongewone oorzaken van hartfalen.
  • Ejectiefractie
    De ejectiefractie wordt gemeten tijdens een echocardiogram. Een ejectiefractie is een belangrijke meting over hoe goed het hart pompt en wordt gebruikt bij het classifiëren van hartfalen en bij het gidsen van de behandeling. In een gezond hart, is de ejectiefractie ongeveer 55%, wat betekent dat meer dan de helft van het bloed dat de ventrikel vult bij iedere hartslag wordt uitgepompt.
  • Inspanningstest
    inspanningstesten meten hoe het hart en de bloedvaten antwoorden op een inspanning. Gekoppeld aan een ECG-machine wordt op een loopbband gewandeld of op een stationaire fiets gefietst. Men kan ook een medicament intraveneus inspuiten dat het hart stimuleert zoals bij een oefening. Stress tests helpen de arts na te gaan of er een hartvaatziekte is. Stress tests bepalen eveneens hoe goed het lichaam reageert op een verminderde pompactiviteit en kan helpen bij beslissingen op lange termijn. Indien de arts eveneens de beelden van het hart wenst te bekijken tijdens het oefenen, kan hij ook een nucleaire stresstest aanvragen, die gelijk is aan een gewone stresstest, maar waarbij een kleurstof wordt ingespoten en speciale beeldtechnieken worden gebruikt.
  • Cardiac computerized tomography (CT) of Nucleaire Magnetische Resonantie (magnetic resonance imaging-  MRI)
    Deze testen kunnen gebruikt worden bij de diagnose van hartproblemen, met inbegrip van de oorzaken van hartfalen. In een ‘cardiac CT scan’ ligt men op een tafel binnen een machine in de vorm van een autoband. Een RX-buis binnen de machine draait rond het lichaam en verzamelt beelden van het hart en de borst. Bij een ‘cardiac MRI’ ligt men op een tafel binnen een machine die lijkt op een lange buis die een magnetisch veld produceert. Dit magnetisch veld richt atomische partikels op sommige cellen. Indien radiogolven worden uitgezonden naar deze gerichte partikels, produceren deze signalen die variëren naargelang het weefseltype. De signalen creëren beelden van het hart.
  • Coronaire catheterisatie (angiogram)
    In deze test wordt een dunne, flexibele buis (catheter) ter hoogte van de lies of de arm ingevoerd in een bloedvat en via de aorta in de coronaire arteriën geleid. Een kleurstof via de catheter geïnjecteerd maakt de arteriën die het hart voorzien zichtbaar op RX. Deze test helpt de arts om vernauwde arteriën naar het hart te identificeren die oorzaak kunnen zijn van hartfalen. De test kan ook een ventriculogram inhouden, een procedure om de kracht te bepalen van de voornaamste pompkamer (linker ventrikel) en de gezondheidstoestand van de hartkleppen.